zaterdag 3 augustus 2013

Hoe een vragenlijst een glimlach op mijn gezicht kon toveren

Ik schijn een talenknobbel te hebben. En zeker geen wiskundeknobbel. De logica die in wiskunde zou zitten en die ik er nooit in heb kunnen ontdekken, blijk ik wel in talen te kunnen ontdekken. Talen zijn voor mij niet raar, vreemd of moeilijk. Wanneer ik ze een beetje leer lezen en spreken, vind ik ze vooral logisch.

Dat klinkt wellicht onlogisch vanwege regels en ongeveer even zovele uitzonderingen, maar dat is een ander verhaal.

Die talenknobbel bij mij komt enerzijds door een interesse in taal en een voorliefde om met taal bezig te zijn, maar waarschijnlijk ook door de manier waarop ik met taal omga.
Eigenlijk gaat alles bij mij vanzelf. Of op gevoel of instinct, hoe je het ook noemen wil. Ik hoef niet na te denken over een t, d of dt. Ik hoef niet na te denken over grammaticaregels.

De erfenis van een goede lagere school, zoals dat toen nog heette, ook niet onbelangrijk.

Maar je kunt het ook taalgevoel noemen. Ik heb het namelijk ook in het Engels en het Duits. Het is al een groot voordeel dat als ik die talen spreek of lees, ik ook in die talen denk, maar om het Duits als voorbeeld aan te halen en dan met name de naamvallen: gek genoeg ken ik de rijtjes voor de 3e en 4e naamval nog steeds uit mijn hoofd, maar die naamvallen gaan bij mij puur op gevoel. En als het er raar uitziet of raar klinkt, dan zal het wel niet goed zijn. En dat werkt voor mij prima. Ik heb in Duitsland, en ik heb er zelfs gewerkt, nooit een opmerking over mijn Duits in het algemeen of naamvallen in het bijzonder te horen gekregen.

Waarom deze inleiding? Ik werk momenteel bij de Universitaire PABO van Amsterdam. Daar beoordeel ik schrijfopdrachten van leerlingen van 4 en 5 VWO en ik verwerk vragenlijsten van diezelfde leerlingen.
En na een dag van vragenlijsten waarin leerlingen aangaven het schoolvak Nederlands niet zo nuttig te vinden, oninteressant vonden en zelfs meenden er later niets aan te hebben (de horror!) was er ineens een vragenlijst die mij deed glimlachen.
Althans, de antwoorden op de vragen in de vragenlijst.

Ik heb nooit kinderen gehad, dus ook geen dochter, terwijl ik altijd heb geroepen dat mijn eerste een meisje zou zijn en een naam had ik ook al.....
Maar, die dochter die ik nooit gehad heb, die bestaat! Weliswaar iemand anders dochter, maar op grond van de antwoorden in die vragenlijst had ze er eentje van mij kunnen zijn.
Rustig maar, dit wordt geen sensationele aflevering van DNA Onbekend, of hoe dat programma ook heten mag. Qua geboorte jaar kan het helemaal niet, ik heb ook nooit, bij bewustzijn, gedoneerd aan speciaal daarvoor bestemde banken, dus het kan gewoon niet. Maar bijzonder was het wel.

Dezelfde houding ten opzichte van taal: alles op gevoel/instinct, nooit iets leren en dan nog steeds goede cijfers. Precies zoals ik het deed.
En het dan leuk vinden dat wat jij op gevoel/instinct doet bevestigd wordt door de regels.

Het werk was al heel leuk om te doen, dit moment gaf het een gouden randje!


Geen opmerkingen:

Een reactie posten